Verkeerskundige aspecten; 2nd opinion
03-08-2009 00:00Het plangebied van deze parkeergarage bevindt zich in de Singelgracht, tussen de Tweede Hugo de Grootstraat en het Marnixplein, zie Figuur 1. De gewenste capaciteit van de Marnixgarage is in totaal 800 parkeerplaatsen.
Aanleiding
Het onderzoek naar de verkeerskundige aspecten van de Marnixgarage is reeds uitgevoerd, echter de resultaten van dit onderzoek roepen vragen op bij het Stadsdeel Centrum, gemeente Amsterdam. Met name de verkeersproductie van de garage zorgt voor twijfel. In tabel 1 zijn de capaciteit en geprognosticeerde verkeersproductie van de Marnixgarage weergegeven.
De gehanteerde uitgangspunten en (bron)gegevens in het onderzoek naar de Marnixgarage1 worden onder de loep genomen.
Tabel 1 Geprognosticeerde etmaalintensiteiten parkeergarage Marnixgarage
Werkwijze
In deze verkeerskundige beschouwing zijn geen herberekeningen uitgevoerd doch heeft een controle van de gehanteerde uitgangspunten en gebruikte (bron)gegevens plaatsgevonden. Allereerst is nagegaan of de (bron)gegevens representatief zijn voor de situatie in het centrum van Amsterdam en dan met name voor de ondergrondse parkeergarage aan de Marnixstraat. Daarna zijn de gehanteerde uitgangspunten en aannamen uiteen gezet alvorens deze te kunnen beoordelen. De uitgangspunten en aannamen zijn van toelichting voorzien.
Naar aanleiding van de (bron)gegevens, uitgangspunten en aannamen volgt een experts opinion.
Gebruikte (bron)gegevens
Voor de berekeningen omtrent de Marnixgarage is gebruik gemaakt van cijfers over garageparkeren. Deze cijfers zijn gebaseerd op gegevens van de Stadhuisgarage (bezoekersgarage), parkeergarage de Kolk (voornamelijk bezoekersgarage in combinatie met abonnementen) en twee bewonersparkeergarages. Er is geen aanleiding om te twijfelen aan de aangeleverde data van de dienst parkeergebouwen, het betreft uitleesdata van de parkeerapparatuur van de dienst Parkeergebouwen uit de betreffende parkeergarages.
De foutmarge van de aangeleverde data is verwaarloosbaar en ook de projectie van deze gegevens op de Marnixgarage wordt verwaarloosbaar ingeschat door de dienst Parkeergebouwen.
Parkeergarage |
Capaciteit (aantal parkeerplaatsen) |
Geprognosticeerde etmaalintensiteit (mvt/etmaal) |
Marnixgarage |
800 |
1.171 |
De referentieparkeergarages worden representatief geacht voor de Marnixgarage vanwege de locaties en het voorzieningenaanbod in de omgeving.
Gehanteerde uitgangspunten en aannamen
De uitgangspunten en aannamen die gehanteerd zijn in het onderzoek naar de Marnixgarage zijn in tabel 2 en 3 uiteengezet met daaronder per punt een toelichting.
Tabel 2 Uitgangspunten
Ad. 1 en 2
Deze uitgangspunten zijn bepaald door de gemeente Amsterdam. De verhouding belanghebbenden – bezoekers is echter van grote invloed op de geprognosticeerde verkeersgeneratie. Bezoekers hebben een veel hogere verkeersproductie per parkeerplaats dan belanghebbenden.
Tabel 3 Aannamen
Capaciteit parkeergarage: 800 parkeerplaatsen
Verhouding belanghebbenden- en bezoekersparkeren
80 % belanghebbenden 20 % bezoekers
Basis van de kencijfers voor de berekeningen
Amsterdamse informatie over garageparkeren, dienst Parkeergebouwen3.
Gemiddeld gebruik: 70%
Gemiddelde parkeerduur van bezoekers: 3,7 uur
Gemiddeld aantal bewegingen per parkeerplaats (bewoners): 1,88
Verhouding binnen de categorie belanghebbenden tussen bewoners en werkers/bedrijven: 66,67 % bewoners 33,3 % werkers/bedrijven
Op basis van informatie van de gemeentelijke dienst Parkeergebouwen van de dIVV
Toetsberekening
Met behulp van de kentallen in de tabellen 2 en 3 kan een snelle, grove schatting van de verkeersproductie gemaakt worden;
Tabel 4 Schatting verkeersproductie*
Geconstateerd wordt dat enerzijds de bezettingsgraad en anderzijds de parkeerduur van bezoekers van grote invloed zijn op de berekende verkeersproductie. De bezettingsgraad is van belang omdat deze het aantal gemiddeld gebruikte parkeerplaatsen in de Marnixgarage fors reduceert (van 800 naar 560 plaatsen). Bezoekers nemen relatief de grootste verkeersproductie voor hun rekening zoals af te lezen is in de tabel.
Basis van de kencijfers voor de berekeningen
Geen toelichting
Ad. 4 Gemiddeld gebruik
Het gebruik van de parkeerplaatsen in de parkeergarage Marnixgarage is uitgegaan van een gemiddeld gebruik van 70%. Een gemiddeld gebruik van 100% zou betekenen dat iedere parkeerplaats die gepland is voor een bewoner, werker/bedrijf of bezoeker ook daadwerkelijk het aantal verkeersbewegingen oplevert die aan de doelgroep gerelateerd is. Voor bezoekersparkeren zou dit bijvoorbeeld betekenen dat wanneer een bezoeker zijn parkeerplaats verlaat, na de gemiddelde parkeerduur, een nieuwe bezoeker klaar staat om zijn plek in te nemen.
Een gemiddelde 100% bezetting kan alleen plaatsvinden bij maximale verzadiging van de parkeervraag. Hoewel de parkeerdruk groot is in Amsterdam is de aanname voor de Marnixgarage van een gemiddeld gebruik van 70 % aannemelijk.
Parkeergarage |
Gemiddelde gebruikte capaciteit (aantal parkeerplaatsen dat gemiddeld gebruikt wordt) |
Geprognosticeerde etmaalintensiteit (mvt/etmaal) |
Marnixgarage
|
800 * 70% = 560 |
1.147 |
Zoals eerder gesteld (zie ‘Toetsberekening’) is de parkeerduur van bezoekers van grote invloed op de verkeersproductie. De parkeerduur van bezoekers wordt onder andere bepaald door:
-
het type parkeren;
Over het algemeen is de parkeerduur van een parkeerplaats op straat korter dan de parkeerduur van een parkeerplaats in een garage, zie bijlage A. -
het voorzieningenaanbod in de omgeving van de parkeergarage;
-
de parkeertarieven.
De gemiddelde parkeerduur van bezoekers is bepaald op basis van parkeeronderzoek in 2007. Hierin is de gemiddelde parkeerduur van straatparkeren, op de Herengracht (tussen de Raadhuisstraat en de Leliegracht) vastgesteld op 3,1 uur. Dit gebied is vergelijkbaar met het gebied rondom de Marnixgarage, echter de Marnixgarage ligt niet ín het winkelgebied, dus kan de parkeerduur licht hoger zijn. Ook de parkeerduur van de referentie (bezoekers-) parkeergarages is licht hoger, te weten 3,5 uur, en deze parkeergarages liggen ín het kernwinkelgebied. Een aanname voor een parkeerduur van 3,7 uur in de Marnixgarage is daarom aannemelijk, deze zou eventueel tot uiterlijk 3,5 uur bijgesteld kunnen worden.
De parkeerduur wordt ook in belangrijke mate bepaald door de parkeertarieven, over het algemeen geldt hoe hoger het parkeertarief, hoe korter de parkeerduur. Uit het verslag van de informatieavond parkeergarage ‘Marnix’ van 11 juni 20087 komt het voornemen ter sprake om de tarieven in Westerpark en Centrum, die nu nog verschillend zijn, aan te passen en op elkaar aan te laten sluiten. Indien dit betekent dat de parkeertarieven in Westerpark omhoog gaan kan dit betekenen dat de parkeerduur in de Marnixgarage naar beneden zal gaan en de ritproductie toe zal nemen. Anticiperend op dit voornemen zou de parkeerduur verlaagd kunnen worden, maar zeker niet tot minder dan 3,5 uur.
Figuur 3 Parkeertarieven Amsterdam 2009 (Bron: https://naaramsterdam.nl/live/bijlagen/kaart_parkeertarieven_2009.pdf)
Op het punt ‘parkeerduur’ kan overwogen worden om de parkeerduur voor bezoekers naar beneden bij te stellen tot maximaal 3,5. Het verlagen van de parkeerduur naar 3,5 betekent een toename in verkeersproductie van slechts 2%, zie tabel 6. Echter, het gehanteerde uitgangspunt van Witteveen+Bos blijft aannemelijk.
Tabel 6 Schatting verkeersproductie (kental 3,5 uur)
Ad. 6 Gemiddeld aantal bewegingen per parkeerplaats (bewoners)
In Bijlage I.1 van het rapport ‘Verkeerskundige aspecten Marnixgarage wordt 1,5 als kental genoemd, terwijl in de vergelijkingsnotitie van Witteveen+Bos 1,1 als kental genoemd wordt. Na navraag blijkt 1,5 het toegepaste kental te zijn. Het kental is gebaseerd en gecorrigeerd op basis van de bewonersgarages uit de brongegevens en is aannemelijk.
Ad. 7 Gemiddeld aantal bewegingen per parkeerplaats (werkers)
Het kental voor het gemiddeld aantal bewegingen per ‘werkers’parkeerplaats is aannemelijk.
Ad. 8 Verhouding binnen de categorie belanghebbenden tussen bewoners en werkers/bedrijven
Geen toelichting
Experts opinion
De geprognosticeerde etmaalintensiteiten van de Marnixgarage worden in hoofdzaak bepaald door;
1. de verhouding van belanghebbenden/bezoekers; 2. het gemiddeld gebruik;
3. en de parkeerduur van bezoekers.
De verhouding belanghebbenden/bezoekers (1) is een gegeven en ook de brongegevens vormen geen aanleiding tot twijfel aan de resultaten. Het gemiddeld gebruik (2) in de Marnixgarage is zeer aannemelijk. Tot slot zou de gemiddelde parkeerduur van bezoekers (3) in de Marnixgarage licht naar beneden bijgesteld kunnen worden (maar nooit lager dan 3,5).
De conclusie van de second opinion is dat de uitgangspunten en aannamen van het onderzoek naar de Marnixgarage volgens een transparante methode zijn bepaald. Hierdoor wordt niet getwijfeld aan de juistheid van de geprognosticeerde etmaalintensiteiten. De kentallen zouden in een andere studie wellicht iets anders ingestoken kunnen worden, maar de verschillen in verkeersproductie zouden marginaal zijn, de orde grootte van de cijfers zou overeen komen met de geprognosticeerde verkeersproductie berekend door Witteveen+Bos in het rapport ‘Verkeerskundige aspecten Marnixgarage’.
Bijlage A Straatparkeren versus garageparkeren
Er bestaat een verschil tussen kentallen gebaseerd op straatparkeren en op garageparkeren: Straatparkeren vindt, zeker voor bewoners, bij voorkeur plaats in de directe nabijheid van de woning, wanneer de auto voor de deur staat is de drempel laag om gebruik te maken van deze verkeersmodaliteit. Indien de auto geparkeerd staat in een garage op enige loopafstand van de woning dan wordt de weerstand groter om de auto te gebruiken (voor korte ritten) dit resulteert bijvoorbeeld in een gemiddeld langere parkeerduur van garageparkeren ten opzichte van straatparkeren. Anders gezegd, garageparkeren ontmoedigt het gebruik van de auto voor bewoners en werkers in geval van korte ritten. Voor bezoekers geldt eenzelfde gedrag, bezoekers zullen bij een langere parkeerduur kiezen voor parkeren in een garage. Indien kort geparkeerd moet worden door bezoekers zullen zij eerder op straat parkeren.
De ontmoediging van het maken van korte ritten voor bewoners en de ontmoediging van kort parkeren in een parkeergarage voor bezoekers is duidelijker waarneembaar in een grote garage. In gelijk bebouwd gebied, heeft een grote garage een relatief lagere verkeersproductie dan een kleine garage vanwege de omvang van het verzorgingsgebied van de parkeergarage. Het verzorgingsgebied van een grote parkeergarage is groter en kent dus langere loopafstanden, wat resulteert in een grotere drempel om de auto te gebruiken (voor korte ritten), wat langere parkeerduren tot gevolg heeft.
Garageparkeren |
Gemiddeld lange parkeerduur bezoekers en bewoners/werkers.
|
Straatparkeren |
Gemiddeld korte parkeerduur bezoekers en lange parkeerduur bewoners/werkers. Voor bewoners/werkers geldt echter wel dat zij eerder geneigd zullen zijn de auto te gebruiken indien deze ‘voor de deur staat’. |